Zaterdag 6 augustus

6 augustus 2016 - Ayutthaya, Thailand

Al vroeg op, om 07.00 uur rijdt ons busje voor. We hebben overwogen om zelf de trein te nemen naar Ayuttaya, maar kiezen voor de georganiseerde trip die het hotel aanbiedt. Voor 13 euro worden we voor de deur opgehaald en afgezet, in Ayuttaya naar de tempels gebracht en er is een lunch inbegrepen, dat kun je zelf niet beter regelen. We checken uit, laten onze bagage achter en gaan op reis. Een klein, grappig mannetje met een pet waar de tekst "VIetnam" op staat, reist ook mee. Hij blijkt onze gids te zijn. Eerst halen we verspreid over Bangkok andere gasten op, totdat het busje vol zit. Anderhalf uur rijden we voordat we Ayuttaya bereiken. We stoppen bij een tempel waar gouden Boeda's te bewonderen zijn. De gids vertelt in zijn beste, voor ons heel slecht verstaanbaar Engels, iets over die tempel. Met gesloten ogen raffelt hij heel staccato een verhaal af, waarbij we alleen de woorden Boedah en Ayuttaya kunnen verstaan, maar hij is wel aandoenlijk. We lopen veel trappen op om van het uitzicht te genieten. Onderaan ligt een Boedah, mensen brengen offerranden. Een uur hebben we de tijd om zelf rond te lopen. Als ontbijt nemen we wat koek, een gebakken tofuspies en een stokje met gegrilde, rubber kipballen.  Voor mij kopen we de vierde olifantenbroek, alle broeken scheuren uit, terwijl ze niet strak zitten, zo ondersteunen we de Thaise textielindustrie... De volgende locatie is een groot gebied met de ruïnes van een tempelcomplex. We lopen rond, bekijken veel en vinden het jammer dat we de gids niet kunnen verstaan en dat er geen bordjes zijn met Engelse teksten. We kopen wat frutsels bij kleine marktstalletjes en gaan naar de volgende plaats waar een hele grote liggende Boedah is. Verder is hier niet zoveel te zien, dus we gaan snel weer weg, nadat meerdere verkopers ons boeketjes en wierook voor Boedah willen verkopen. Na een stukje rijden, belanden we in een restaurantje waar we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld krijgen. Dan nog naar het laatste tempelcomplex, we zijn het er wel over eens dat we hierna geen Boeda's en tempels meer willen zien. In drie grote stupa's liggen koningen begraven en in de kleine er omheen, liggen familieleden. Het is flink vervallen, maar erg indrukwekkend. Ayuttaja, de voormalige hoofdstad van Thailand, behoort tot het werelderfgoed. Op het terrein is ook nog een prachtig gebouw waarin een gouden Boedah van zo'n 42 meter hoog zit. Mensen knielen ervoor, schudden heel hard met een koker met houten staafjes en bidden. Er is ook nog een leuk marktje waar we overheen slenteren. Vooraan bij het complex lopen heel veel olifanten, waar mensen op kunnen rijden. De olifanten zijn versierd met rode en gele kleden en lopen af en aan met mensen op hun rug. Zodra we terug zijn, halen we onze koffers op en wandelen naar het volgende hostel dat maar 200 meter verderop is. We belanden in kleine steegjes waar de Thai wonen. Alle huizen zijn open, ingericht alsof het schuren zijn. Nergens laminaat of vloerbedekking, vaak kleden of karton op de vloer. Fietsen en scooters in huis, een tv aan de muur, soms een bank en een kooktoestel tegen een muur aan. Voor onze begrippen erg rommelig. In de stegen staan de spullen hoog opgetast tegen de muren, er blijft net een paadje over om te lopen. Naast de ingang ligt een klein kanaaltje, waarschijnlijk een open riool, zo ruikt het tenminste wel. Een aardige knul checkt ons in en laat ons de kamer zien. Er staan drie bedden in, wat op zich heel fijn is, van de eerste zie je de springveren erdoor steken, het tweede bed lijkt op een hangmat, zo hangt het door en het laatste bed voelt aan als beton. Er zijn wel handdoeken, maar geen lakens naast het onderlaken. Wel een airco... Toiletten en douches zijn een verdieping lager, buiten. Dat is minder leuk, zeker als het stortregent zoals vannacht. Tegen 19.30 gaan we op zoek naar een restaurantje waarover Renzo in een reisblog heeft gelezen. We verlaten de krochten bij ons guesthouse en lopen naar de hoofdstraat. Vlak daarachter is een smal straatje met veel guesthouses en restaurantjes. We vinden het restaurant waar Mr. Lek met de wokschep zwaait. Aan de ene kant van de straat staan de plastic tafeltjes en stoelen opgesteld, aan de andere kant, zo'n 2 meter verder, is de keuken, op straat. Veel ingrediënten staan in zicht op ijs en twee koks bedienen de woks op een hoog vuur. Met vijf personen runnen ze de tent en aan hun gezichten te zien met veel plezier. Renzo kiest een fantastisch gerecht met eend, ik had tempura en Xas bestelde soep met garnalen. In de soep dreven vier enorme garnalen die nog helemaal in tact waren. Ogen, snorharen of zo iets van zeker 12 cm., prachtige dieren, maar na het "slachten" smaakten ze toch niet geweldig. De soep was niet lekker, dus voor Xas nog een kipgerecht besteld met knoflook en peper. Echt heerlijk gegeten voor nog geen 2 euro per gerecht. Halverwege de maaltijd begint het te regenen, binnen een minuut stort het. We krijgen een enorme parasol boven het tafeltje om droog te zitten. De medewerkers trekken een plastic poncho aan en één meisje doet een plastic zakje op haar hoofd, zo werft ze voorbijgangers op straat, heel charmant. Later veegt ze de enorme plassen water op de weg met een bezem het rioolputje in. Bij het restaurant worden ook veel maaltijden afgehaald door Thaise mensen.  Om de bui af te wachten, bestellen we nog een schaal watermeloen. Dan is het weer redelijk droog en gaan we terug naar ons hol. In het donker is het even lastig onze weg in het doolhof te vinden, maar we komen er. De bedden zijn echt vreselijk om op te liggen en Renzo gaat nog even vragen om lakens, maar die zijn er niet. Het gaat weer hard regenen en dat klinkt luid op het zinken dak en er komt ook nog een onweersbui voorbij.